Als de beek overstroomt kan een brede, natuurlijke dalvlakte (overstromingsvlakte) veel water bergen. Als het water de breedte in kan, stijgt het minder. Ook wordt het afgeremd door wrijving met de ondergrond. Een natuurlijke, ruwe vegetatie in de dalvlakte (ruigten, struiken, bomen) zorgt voor extra vertraging. Dit draagt bij aan het tegengaan van een vloedgolf benedenstrooms.
In het verleden was het de gewoonte om in het vlakke dal dorpen en steden te bouwen. Nu het klimaat verandert, is het nodig om in het dal, waar het nog kan, zo veel mogelijk ruimte vrij te houden voor waterberging. Ruige natuur is bij uitstek geschikt voor deze functie. Het water is er welkom.